De opcentiemen op onroerende voorheffing liggen dan weer iets boven dit gemiddelde.
Aalst heeft heel wat uitdagingen voor de boeg?
“We dienen naar een nieuw administratief centrum te streven én te realiseren. Alle partijen delen dit inzicht, maar blijkbaar is het heel moeilijk een gezamenlijk standpunt te vinden over welke site zich hiertoe het beste leent. Er is nochtans een studie gemaakt door Idea Consult, waarbij vier locaties tegen elkaar werden afgewogen. De site aan het Werfplein vertoont een grote opportuniteit naar bereikbaarheid en visibiliteit, maar die uiteraard qua betaalbaarheid nog goed moet afgetoetst worden. Daarnaast is er de Pupillen (Graanmarkt) die in een zone voor openbaar nut ligt. Die gebouwen zijn echter niet onmiddellijk geschikt. Er zal moeten bekeken worden hoe daar, architectonisch, een administratief centrum kan uitgebouwd worden indien er niet voor het Werfplein wordt gekozen. Het gebouw staat ook op de lijst van waardevolle (niet beschermde) monumenten, wat de mogelijkheden dreigt te beperken. Er zal nog heel wat water onder de brug lopen alvorens er een beslissing is.” (Dit interview dateert van voor de gemeenteraad van 22 februari).
“Wat het pensioenfonds voor onze ambtenaren betreft, is het zo dat de meeste gemeenten er slecht voor zitten. Maar wij zitten beter, want we hebben 25 miljoen euro in een pensioenspaarfonds en zijn nu overgeschakeld op de RSZPPO (bedoeld voor lokale besturen). Dit pensioenspaarfonds kan de tekorten gedurende de eerste jaren goed opvangen. Maar er stelt zich wel een probleem dat alle steden en gemeenten zal treffen: namelijk dat de pensioenverplichtingen dreigen uit de pan te swingen door de vergrijzing van de bevolking.
De personenbelasting zit op het Vlaams gemiddelde…
“De mediaanpositie is de betrachting geweest voor aanvullende personenbelasting. Indien ik het in een volgende bestuursperiode mee voor het zeggen heb, houden we die aan. Dit is te doen, indien er verstandig bestuurd wordt. Wat betreft de financiële draagkracht om grote projecten rond te krijgen, heb ik ervoor gezorgd dat we meer dan 50 miljoen euro aan eigen middelen ter beschikking hebben. Weinig andere steden uit de grootteorde van Aalst kunnen dit zeggen. Het was een bewuste keuze, om zo de grote projecten mogelijk te maken zonder bijkomende leningen.
Recent had ik een vergadering met de schepenen van Financiën van de centrumsteden, waarbij ik de vraag kreeg hoe we er in Aalst in slaagden zo’n grote spaarpot te hebben. Andere steden op het niveau van Aalst hebben amper enkele miljoenen euro aan reserves. Ik heb wel iet of wat sarcastisch aan de vergadering meegedeeld dat die spaarpot ook te wijten is aan het feit dat we er moeilijk in slagen te beslissen aan wat we het gaan uitgeven…
Gaan de belastingen stijgen?
Wat de onroerende voorheffing betreft, zit Aalst boven het Vlaamse clustergemiddelde. Het grote verhaal hier is dat die 1500 opcentiemen minder waard zijn dan elders. Bijvoorbeeld Leuven: als die 750 opcentiemen vragen, krijgen ze evenveel geld binnen dan Aalst met 1500.
Het komt er op neer dat de waarde van ons huizenpatrimonium, door het historische karakter van de stad, lager ligt dan in andere steden, maar het inkomen ligt hoger. Dit heeft te maken met de pendel naar Brussel. Heel wat ambtenaren en kaderleden wonen in Aalst en werken in Brussel. Dus het inkomen ligt hoog, in vergelijking met andere centrumsteden, maar de waarde van het onroerend goed ligt aan de lage kant. Studies bewijzen dit.
Als we erin slagen de 7,5 % personenbelasting en 1500 opcentiemen aan te houden, dan besturen we goed. Als het van mij afhangt, stijgen de belastingen dus zeker niet.
Michaël Eeckhout [terug]
Aalst heeft heel wat uitdagingen voor de boeg?
“We dienen naar een nieuw administratief centrum te streven én te realiseren. Alle partijen delen dit inzicht, maar blijkbaar is het heel moeilijk een gezamenlijk standpunt te vinden over welke site zich hiertoe het beste leent. Er is nochtans een studie gemaakt door Idea Consult, waarbij vier locaties tegen elkaar werden afgewogen. De site aan het Werfplein vertoont een grote opportuniteit naar bereikbaarheid en visibiliteit, maar die uiteraard qua betaalbaarheid nog goed moet afgetoetst worden. Daarnaast is er de Pupillen (Graanmarkt) die in een zone voor openbaar nut ligt. Die gebouwen zijn echter niet onmiddellijk geschikt. Er zal moeten bekeken worden hoe daar, architectonisch, een administratief centrum kan uitgebouwd worden indien er niet voor het Werfplein wordt gekozen. Het gebouw staat ook op de lijst van waardevolle (niet beschermde) monumenten, wat de mogelijkheden dreigt te beperken. Er zal nog heel wat water onder de brug lopen alvorens er een beslissing is.” (Dit interview dateert van voor de gemeenteraad van 22 februari).
“Wat het pensioenfonds voor onze ambtenaren betreft, is het zo dat de meeste gemeenten er slecht voor zitten. Maar wij zitten beter, want we hebben 25 miljoen euro in een pensioenspaarfonds en zijn nu overgeschakeld op de RSZPPO (bedoeld voor lokale besturen). Dit pensioenspaarfonds kan de tekorten gedurende de eerste jaren goed opvangen. Maar er stelt zich wel een probleem dat alle steden en gemeenten zal treffen: namelijk dat de pensioenverplichtingen dreigen uit de pan te swingen door de vergrijzing van de bevolking.
De personenbelasting zit op het Vlaams gemiddelde…
“De mediaanpositie is de betrachting geweest voor aanvullende personenbelasting. Indien ik het in een volgende bestuursperiode mee voor het zeggen heb, houden we die aan. Dit is te doen, indien er verstandig bestuurd wordt. Wat betreft de financiële draagkracht om grote projecten rond te krijgen, heb ik ervoor gezorgd dat we meer dan 50 miljoen euro aan eigen middelen ter beschikking hebben. Weinig andere steden uit de grootteorde van Aalst kunnen dit zeggen. Het was een bewuste keuze, om zo de grote projecten mogelijk te maken zonder bijkomende leningen.
Recent had ik een vergadering met de schepenen van Financiën van de centrumsteden, waarbij ik de vraag kreeg hoe we er in Aalst in slaagden zo’n grote spaarpot te hebben. Andere steden op het niveau van Aalst hebben amper enkele miljoenen euro aan reserves. Ik heb wel iet of wat sarcastisch aan de vergadering meegedeeld dat die spaarpot ook te wijten is aan het feit dat we er moeilijk in slagen te beslissen aan wat we het gaan uitgeven…
Gaan de belastingen stijgen?
Wat de onroerende voorheffing betreft, zit Aalst boven het Vlaamse clustergemiddelde. Het grote verhaal hier is dat die 1500 opcentiemen minder waard zijn dan elders. Bijvoorbeeld Leuven: als die 750 opcentiemen vragen, krijgen ze evenveel geld binnen dan Aalst met 1500.
Het komt er op neer dat de waarde van ons huizenpatrimonium, door het historische karakter van de stad, lager ligt dan in andere steden, maar het inkomen ligt hoger. Dit heeft te maken met de pendel naar Brussel. Heel wat ambtenaren en kaderleden wonen in Aalst en werken in Brussel. Dus het inkomen ligt hoog, in vergelijking met andere centrumsteden, maar de waarde van het onroerend goed ligt aan de lage kant. Studies bewijzen dit.
Als we erin slagen de 7,5 % personenbelasting en 1500 opcentiemen aan te houden, dan besturen we goed. Als het van mij afhangt, stijgen de belastingen dus zeker niet.
Michaël Eeckhout [terug]